Rond West Zeeuws-Vlaanderen in mist en zonneschijn
De corona regels zijn weer verscherpt. Voor Tiny en mij een reden om weer meer samen op pad te gaan; zij per auto met proviand en ik per fiets. Vorige week rondden we Oost Zeeuws-Vlaanderen vanuit Terneuzen naar Doel en langs de grens terug tot Sas van Gent en Terneuzen, een week later het westelijk deel van het ‘landje apart’ waar mijn wiegje stond….
De start bij de sluiswerken van Terneuzen is in nevelen gehuld. Ik had graag Boerengat nog eens gezien in het grotere geheel van het industrieterrein rondom Dow, maar zonder erg ben ik er al langs. Tiny is al direct ‘vastgereden’ en komt terug, want een slagboom verhindert haar om de dam tussen de Braakmanhaven en de Braakmankreek te passeren. Op de fiets mag dat wel, maar ik zie pas waar ik ben als ik even op de Westerscheldedijk landinwaarts kijk. Ik volg een buitendijks fietspad, normaal met zicht over de schorren en aan de overkant het Sloegebied. Nu heb ik maar zo’n 100 meter zicht en mis de weidse blik. Ik zie op de dijk een ‘praatuusje’; dat moet Hoofdplaat zijn waar we afspraken om koffie en een broodje te eten en de ontmoeting lukt weer voortreffelijk. De volgende afspraak met Tiny is Cadzand-Bad en ik vervolg het buitendijks pad via een wel heel bijzonder deel, zeker in de mist! Voorlangs Nummer Eén loopt een fietspad van zwarte blokken direct langs de waterrand met links de schorren waarop wat koeien rustig liggen te herkauwen. Iets verder zie ik vaag de dijk. Ik fiets nu als het ware door het water van de Westerschelde! Dan ontwaar ik het eerste blok appartementen van Breskens en fiets rond de vissershaven naar de boulevard richting ferry naar Vlissingen. Voor het eerst zie ik wat drukte. Tussen Terneuzen en Breskens ben ik slechts enkele wandelaars gepasseerd voor het overige was het stilte, gekabbel van onzichtbaar water en een enkele schreeuw van een vogel.
Het fietspad over en onderlangs de duinen naar Cadzand-Bad is aanmerkelijk drukker. Het maakt onderdeel uit van de Lange Afstand Fietsroute (LF1), maar ik zie voornamelijk recreanten die een tochtje in de omgeving maken. De lucht breekt geleidelijk aan open, waarbij de mist venijnig afscheid neemt met wat felle regendruppels. Aarzelend verschijnt de zon en steekt er een aantrekkende wind op. Het blikveld vergroot, de temperatuur loopt op, de wereld ontwaakt. Zo zie ik dat het nieuwe natuurgebied ‘De Waterdunen’ nog volop in aanleg is. Tot diep landinwaarts zijn duintjes en vennen aangelegd. Veel meer is er nog niet te zien. Cadzand-Bad, er is niets herkenbaars meer van het dorp waar ik ooit met mijn vrienden vakantie vierde. Van de camping De Keuning is niets meer over. Het schelpenpad over de duinen is nu een gladde en brede asfaltbaan die doorloopt voorlangs prestigieuze hoogbouwappartementen en hotels. De kopers zijn voornamelijk zuiderburen die zijn uitgekeken op Knokke en op korte afstand een authentieke badplaats zochten. Naar ons idee is daar weinig van over. Op een bankje tegenover deze kolossale gebouwen en voor de gesloten terrassen drinken we onze ‘eigen’ koffie en slaan wat calorieën in voor het vervolg van de tocht die leidt naar de grensplaats Sluis.
Met een laatste zicht op de zee en het natuurgebied ‘Het Zwin’ verlaat ik nu de kust en via de polders en een dijk omzoomd met knotwilgen fiets ik richting Sluis. Kort voor Sluis herken ik Therèse van Lare, die per fiets haar hond uitlaat. Therèse was een prominent en zeer gedreven tri-atlete in de tijd dat ik, in de tachtiger jaren van de vorige eeuw, aan de uitgebreide Zeeuwse triatlon-wedstrijdserie deelnam.
Sluis is niets van wat het normaal is. Geen volle terrassen. Hier en daar een afhaalloket voor friet of vis, wat mensen die schijnbaar doelloos rondlopen. Het valt op dat Tiny meestal later ‘op afspraak’ is dan ik per fiets, Toch spreken we elkaar hier ook kort. Zij probeert zoveel als mogelijk is ook te genieten van de landelijke route die ik volg en dat is het na Sluis zeker ook nog! Ik fiets verder, nu door het karakteristieke West (Zeeuws) Vlaamse landschap met glimmend geploegde akkers, nog groene weilanden en witte huisjes. Ik volg de grenslijn met België, met heel dikwijls de scheidslijn in het zicht. Soms herken ik die aan de palen met elektriciteits- of telefoondraden bovengronds; een typisch verschil met de situatie in Nederland. Met een intussen flinke wind ‘op kop’ passeer ik het gehucht Heile en sta zowat op de grens bij het Belgische Middelburg. Ik vervolg een boerenlandweg ten noorden van de Leopoldsvaart in België, die doorloopt tot de kust bij Zeebrugge. Bij Vuilpan moet ik een Noordelijke koers aanhouden. De grens maakt hier een kaarsrechte rechthoek tot boven Sint Kruis waar de route weer wat oostelijker wordt naar Plakkebord. De grenslijn wordt nu weer grillig en dat vertaalt zich ook in mijn fietsrichting onderlangs Waterlandkerkje naar Stroopuit. De ene na de andere voor mij onbekende naam en dat terwijl ik in dit deel van Nederland geboren ben! Ik fiets nu in de buurt van Turkeye, waar mijn opa ooit een dijk bezat waarop hij bomen kweekte voor de kap. Dan ben ik kort bij IJzendijke en volg nu een slecht en smal fietspad langs de oude N680 richting Philippine. Ik kom daar pas als ik Pyramide en Isabellahaven gepasseerd ben. Met deze weg ben ik bekend. Vanuit Axel fietsten we vroeger via deze route naar Cadzand, nog voor de Braakman was ingepolderd. Aan de rand van Philippine zie ik de boerderij waar mijn hardloopvriend Wim den Hamer woonde. Toen ik nog lid was van Scheldesport Terneuzen trainden we wel eens samen op de grensdijk achter zijn boerderij tot in het Braakmangebied. Een laatste stop met koffie bij de auto van Tiny volgt in het anders zo levendige dorp. De palingrestaurants zijn gesloten en daardoor is de clientèle uit België niet aanwezig. Dan vertrek ik naar de finish maar wel via Zandstraat tot aan het kanaal van Gent naar Terneuzen. Hier kom ik op mijn route van vorige week en passeer opnieuw Sluiskil. Daar speur ik naar overblijfselen van het voormalig ziekenhuis waar ik geboren ben, maar vind ze niet. Na 104 kilometer ‘vind’ ik wel Tiny, die daar weer geduldig op de afgesproken plaats op mij staat te wachten. In twee keer hebben we heel Zeeuws-Vlaanderen ‘gerond’ en herinneringen opgehaald. We zijn het erover eens: Dit is voor herhaling vatbaar!
Koos Oggel